Sport050
Nieuws
Inclusie in de sport

GHBS is de grootste hockeyclub in het noorden van ons land. De vereniging bestaat al sinds 1928 en telt meer dan 1.800 leden. De club draagt de slogan De club voor ons allemaal. En dat de club ook écht voor iedereen is, daar wordt hard aan gewerkt. “Hockey is natuurlijk een teamsport en binnen elk team en ook binnen de club, moet iedere sporter zichzelf kunnen zijn. Ongeacht leeftijd, gender, seksualiteit, huidskleur of een eventuele handicap.”

Aan het woord is hockeyster Noor Tönis; zelf al jaren kind aan huis bij GHBS, als hockeyster en als bestuurslid. Noor: “Als sportvereniging vinden we het belangrijk dat iedere sporter zich bij ons welkom en veilig voelt. Toen de vraag kwam om aan te sluiten bij de Alliantie Gelijkspelen hoefden we hier als bestuur dan ook niet over na te denken. Een van de activiteiten vanuit de pilot is het samenstellen van een inclusieteam binnen de vereniging. Op onze oproep binnen de vereniging om hierin te participeren, kwam veel positieve respons. Het is onwijs goed om te bemerken, dat onze leden inclusie een belangrijk onderwerp vinden en zich hiervoor willen inzetten.”

Vanzelfsprekend
Een van de enthousiastelingen die zich wil inzetten voor een inclusieve club is Rosalien Maats. Ooit als fanatiek jeugdlid begonnen op de GHBS-velden, een paar jaar weggeweest, en nu weer helemaal terug bij haar club. “Sport is belangrijk. Voor je gezondheid, voor je ontwikkeling en natuurlijk voor je plezier. En dat zou voor iedereen vanzelfsprekend moeten zijn.”

Geen issue
Rosalien: “Samen strijden voor de winst, dat is het mooie van een teamsport. En ook na een training of wedstrijd is het fijn om lol met elkaar te hebben. Daarvoor moet je je veilig voelen. En daarvoor zouden je huidskleur, afkomst, opleidingsniveau, seksuele geaardheid, gender, of wat dan ook, niet ter zake moeten doen. Ik heb een relatie met een heel leuke vrouw en dat is binnen mijn eigen team totaal geen issue, en ook binnen de club is het geen ding. Dat zou natuurlijk voor alles en iedereen moeten gelden.”

Elkaar aanspreken
“Het allermooist is dat een inclusieteam, een regenboogvlag of de letters LHBTIQ+ helemaal niet nodig zijn”, zijn Noor en Rosalien het eens. Noor: “We horen nu af en toe nog wel de woorden homo en flikker over het veld of door de kantine gaan. De meeste mensen hebben hier geen slechte intenties bij, bedoelen er niks mee. Door elkaar hierop aan te spreken en mensen ervan bewust te maken dat je hiermee anderen kan kwetsen creëren we bewustzijn. Uiteindelijk gaat het er natuurlijk om hoe we met elkaar omgaan.”

Veilig en sportief
Het inclusieteam wil graag gesprekken op gang brengen en eventuele misstanden samen oplossen. Rosalien: “Niet uit de kast durven komen, je als homo-jongen niet veilig voelen binnen je team of als transgender je niet op je plaats voelen binnen een club is afschuwelijk. Door onder andere de regenboogvlag te hijsen, regenboogaanvoerdersbanden te dragen en aandacht voor inclusiviteit op onze website, willen we uitstralen een inclusieve club te zijn. Daarnaast organiseren we ook binnen de club activiteiten, voor de jeugd maar ook voor trainers, teammanagers en aanvoerders. En iets -ogenschijnlijk- simpels als de keuze uit een broekje of rokje voor het wedstrijdtenue wordt      binnenkort officieel opgenomen in de huishoudelijke reglementen. We willen toewerken naar een actieve signalerings- en aanspreekcultuur. Inclusiviteit moet onder de aandacht blijven; zowel op spelers- en teamniveau als op bestuurlijk niveau.”

7. _DSC58927. _DSC5867