“Als je van rennen en springen houdt, moet je bij ons zijn”
Met 900 leden is Groningen Atletiek de grootste atletiekvereniging van het Noorden, en de club groeit snel. Op hun sportcomplex in het Stadspark vertellen voorzitter Mathijs de Vroome en trainerscoördinator Matthijs Stuifzand waarom atletiek booming is.
Jullie groeien flink. Hoe komt dat?
De Vroome: “Na de Olympische Spelen zien we altijd een piek. Maar we merken de laatste jaren sowieso dat er meer interesse komt. Niet alleen bij de jeugd, maar ook volwassenen die graag aan atletiek willen gaan doen, niet alleen hardlopen maar ook de technische onderdelen. Een verklaring is de coronatijd. Toen zijn mensen gaan hardlopen. Nu ze wat verder zijn, zoeken ze een vereniging op.”
Hoe gaat het als je lid wordt van Groningen Atletiek?
Stuifzand: “Nieuwe leden krijgen bij ons proeftrainingen. De groepen worden op leeftijd ingedeeld. Je krijgt alle onderdelen: springen, werpen, de looponderdelen. Jonge leden werpen met een bal. Dat wordt later speerwerpen. Dan komt discuswerpen erbij, nog later kogelslingeren. Springen begint met verspringen en hoogspringen. Later komen daar hink-stap-springen en polsstokhoogspringen bij. Sprinten, hordenlopen, verschillende loopafstanden, tot aan de marathon.”
Je hoort veel ouders zeggen: wij vinden een teamsport belangrijk voor onze kinderen.
Stuifzand: “Er zijn ook teamwedstrijden, zeker bij de jongste jeugd. We zien dat kinderen dat leuk vinden. Maar het is uiteindelijk een individuele sport. Je kunt heel goed je eigen prestaties volgen. Als jij vijf centimeter verder springt, dan heb je het voor jezelf goed gedaan. Het is heel meetbaar. Dat is ook confronterend. Als het even wat minder gaat, zie je dat meteen.”
Hardlopen kun je ook goed zelf. Waarom zou je dat bij een vereniging doen?
De Vroome: “Hardlopen in je eentje is wel heel erg alleen. In een loopgroep bij een vereniging ben je samen. En je hebt een trainer. Lopen is conditie, maar ook techniek.”
Hoe gaat het met jonge leden die uitblinken?
Stuifzand: “Talenten gaan op een gegeven moment een individueel traject volgen. We hebben bijvoorbeeld een werpgroep die al jarenlang goeie atleten voortbrengt. Rutger Smit heeft er getraind, en Jorinde van Klinken, bij onze werptrainer Joop Tervoort. Ook in de tijd dat Jorinde in Amerika trainde was ze nog steeds lid van Groningen Atletiek.”
Gaan toppers niet naar een topclub?
De Vroome: “Je hebt niet per se topatletiekclubs. Jorinde koos haar eigen trainingsomgeving, maar verder is er geen reden om naar een andere club te gaan. Meerkampster Sofie Dokter traint op Papendal, maar blijft hier lid. Marit Dopheide en Thijmen Kupers zijn ook gewoon lid gebleven.”
Waarin zit het plezier van atletiek, ook als je nooit het WK haalt?
De Vroome: “Je moet het vooral doen om het te ervaren. Met die onderdelen bezig zijn, buiten zijn. Het moet je ook gewoon liggen. Als je van rennen en springen houdt, moet je bij ons zijn.”
Tot welke leeftijd kun je blijven rennen en springen?
Stuifzand: “Ons oudste lid is 83. Bij onze loopgroepen zitten mensen tot achter in de zeventig. Ons aanbod is heel breed. We hebben ook twee framerunning groepen voor mensen met een beperking. Iedereen traint in groepen op zijn eigen niveau. Het is heerlijk als je met een groep samen op hetzelfde tempo kan lopen.”
De Vroome: “Atleten kunnen individueel deelnemen aan wedstrijden, maar veel leden doen ook mee aan teamcompetities. We organiseren de Monnikenloop op Schiermonnikoog en zijn partner van de 4Mijl. Voor als je niet meer kunt of wilt rennen hebben we een wandelgroep. Dus je kunt tot op hoge leeftijd actief blijven.
Het nieuwste Sport050 magazine online lezen? Klik hier!