Bekijk het eens met een andere bril!
Actieplan ‘Het Groningse Normaal’ nodigt sportverenigingen uit tot actie én interactie rondom het thema sociale veiligheid. Sportregisseur Edith Frijlink (Gemeente Groningen) en clubbestuurder Clara Marije Lotgering (HSV Haren) over uitdagingen, succesmomentjes en checklists: “Van alleen maar vinkjes zetten wordt uiteindelijk niemand blij.”
Het Groningse Normaal, wat is dat?
Edith Frijlink werkt als Sportregisseur Sociale Veiligheid voor de Gemeente Groningen. ‘Een open en positieve sportcultuur waarin iedereen zich prettig voelt, dat is de basis van ons actieplan. Het houdt in dat we het als gemeente vanzelfsprekend vinden dat sportaanbieders preventieve maatregelen nemen tegen grensoverschrijdend gedrag. Ook verwachten we dat deze aanbieders hun beleid rondom sociale veiligheid goed op orde hebben en hun rechten, plichten en verantwoordelijkheden kennen. Kortom: het is belangrijk en normaal om dit onderwerp op de agenda te zetten. Natuurlijk helpen we clubs en andere sportaanbieders daarbij. Als sportregisseur kan ik clubs begeleiden en inhoudelijk adviseren. Het komende sportseizoen doen we dat nog intensiever dan andere jaren.’
Wat merken clubs hiervan?
Bij sportclub HSV Haren is er beweegaanbod in allerlei vormen, zoals turnen, floorball en volleybal. Alle leeftijdsgroepen kunnen er terecht. Clara Marije Lotgering, bestuurslid van HSV Haren: ‘Zoals bij veel verenigingen zijn een aantal zaken bij ons standaard geregeld in het huishoudelijk reglement en in het clubbeleid. We hanteren bijvoorbeeld altijd het vier ogen-principe en hebben een vertrouwenscontactpersoon. Maar zoals dat gaat met beleidsafspraken: de praktijk loopt soms gewoon even achter. De brief en campagne van de gemeente waarin het Groningse Normaal werd uitgelegd, was voor ons dus een belangrijke reminder om bijvoorbeeld weer een actuele versie van alle VOG-verklaringen (Verklaring Omtrent Gedrag) op te vragen. Voor vrijwilligers in de sport is dit ook nog eens gratis en eigenlijk is het allemaal zo geregeld.’
Niet vrijblijvend
De titel van de campagne is gekozen met een knipoog naar de Groningse nuchterheid: doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg. Dat klinkt luchtig, maar toch is het actieplan niet helemaal vrijblijvend. De gemeente stelt dat alle sportaanbieders die een samenwerkingsverband hebben met de gemeente én aanbod hebben voor jeugdleden en/of kwetsbare doelgroepen, zich moeten committeren aan de vier onderdelen van het actieplan:
- alle trainers die werken met jeugdleden of kwetsbare groepen, hebben een VOG;
- alle besturen, trainers en begeleiders ondertekenen de Groninger Gedragscode Sport;
- iedere sportaanbieder heeft een vertrouwenscontactpersoon (VCP);
- vrijwillige trainers-coaches volgen een e-learning die gericht is op het herkennen en voorkomen van grensoverschrijdend gedrag.
Vanaf 1 september 2024 hebben de sportaanbieders binnen de gemeente zelfs de plicht om aan bovenstaande onderdelen te voldoen. “Daar helpen we ze ook echt bij”, stelt Edith Frijlink. ‘Bijvoorbeeld door het mogelijk maken van bijscholingen voor vrijwilligers en een opleidingsdag te organiseren voor nieuwe vertrouwenscontactpersonen’. De gedragscodes, die de gemeente heeft opgesteld, gaan voor zowel bestuurders als voor trainer-coaches en andere vrijwilligers vooral over verantwoordelijkheid, betrouwbaarheid en transparantie. Het ondertekenen van zo’n collectieve gedragscode zorgt voor commitment. ‘Voor ons was de campagne van de gemeente ook meteen een goede aanleiding om nieuwe vrijwilligers te attenderen op (online) cursussen, zoals de KNGU-opleiding tot assistent-trainer en de e-learning van NOC*NSF, ‘een beetje opvoeder’. Een aantal vrijwilligers en trainers is meteen gestart’, zegt Clara Marije Lotgering.
"Het is heel belangrijk is om het gesprek aan te gaan."
Meer dan een checklist
Een positieve sportcultuur en sociaal veilige sportomgeving: die creëer je als club natuurlijk samen met de sporters, ouders en supporters. Daar stipt Clara Marije namens HSV Haren wel meteen een belangrijke uitdaging aan: ‘Ouders lijken verder van de sportvereniging af te staan dan vroeger. Kinderen worden nog wel afgezet en opgehaald, maar we spreken ouders veel minder dan voorheen, terwijl zij een belangrijke en sturende kracht zijn. Als we wat initiëren, bijvoorbeeld een informatiebijeenkomst voor de selectiegroepen, dan is er lang niet altijd animo. Kortom: het is best lastig om met ouders tot een gesprek te komen over onderwerpen als een positieve sportcultuur, terwijl het heel belangrijk is om het gesprek aan te gaan en samen tot leven te brengen wat je op papier hebt afgesproken. Alleen dan kun je elkaar helpen en aanspreken om het nóg beter te maken’.
Sportregisseur Edith onderstreept dit. ‘De leden en ouders spelen een ontzettend belangrijke rol. Ons plan is om ook specifieke communicatie voor deze doelgroepen te ontwikkelen. We verwachten hier komend sportseizoen al mee te starten’. Voor de tussentijd geeft Edith een belangrijke tip: bekijk het eens met andere bril. ‘Iedere sport heeft wel een eigen bubbel, met specifieke gebruiken en omgangsvormen. Probeer eens verder te kijken dan dat, bijvoorbeeld door andere sportclubs op te zoeken, intervisiebijeenkomsten te bezoeken of ook de ouders te interesseren voor de universele e-learning van NOC*NSF. Het is toch hartstikke fijn om wat praktische handvatten te krijgen, ook als (nieuwe) sportouder of vrijwilliger. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen wat van de e-learning kan opsteken. Uiteindelijk gaat het er namelijk om dat we allemaal de verantwoordelijkheid hebben om vriendelijk en respectvol met de ander om te gaan. Een beetje pedagogische kennis helpt daarbij.’
TEKST: MIICHELLE FAASEN
FOTO: BERT LANTING